Spelling A behandelt de luister-, leer- en regel woorden; Spelling B gaat in op het toepassen van spellingregels, interpunctie en leestekens. De oefeningen worden afgewisseld met puzzels en 'puzzelmixen' waarin voorgaande stof op speelse wijze terugkeert.
Achterin het werkboek wordt de theorie, naast een herhaling van de regels bij de oefeningen, stapsgewijs in begrijpelijke taal uitgelegd.